WAAROM missionair?

"Ga en maak alle volkeren tot mijn leerling" (Mt 28,19)

Een nieuw tijdperk!

In het verleden functioneerde de parochie in een overwegend christelijke cultuur, waar men vanzelfsprekend in deze Kerk opgroeide. In de afgelopen decennia is de wereld echter grondig veranderd. Voor de Kerk breekt nu een nieuw tijdperk aan.

Een missionaire parochie herontdekt haar oorspronkelijke opdracht, die elke gedoopte van Jezus ontvangt, om de Blijde Boodschap te verkondigen aan wie Hem nog niet kennen. Alle gelovigen dragen hier actief toe bij, elk volgens de eigen roeping, gaven en charisma’s.

Vertrouwend op de hulp van de heilige Geest, worden ze ‘missionaire’ leerlingen die hun leven lang blijven groeien in geloof en dienstbaarheid. Ze nodigen anderen uit naar een verwelkomende gemeenschap, opdat ook zij Jezus persoonlijk kunnen ontmoeten.

Duc in altum!

Laten wij nu hoopvol verdergaan! Een nieuw millennium ligt voor ons open als een wijdse oceaan waarop wij ons wagen in het vertrouwen op de steun van Christus. De Zoon van God die uit liefde voor de mensen tweeduizend jaar geleden mens werd, zet ook vandaag nog zijn werk verder: wij moeten een doordringende blik hebben om dit te zien en vooral een ruim hart om aan Gods plan mee te werken. Was het niet juist om met deze levende bron van onze hoop opnieuw in contact te treden dat wij dit Jubeljaar hebben gevierd? Nu nodigt Christus die wij beschouwd en bemind hebben, ons nogmaals uit ons op tocht te begeven: "Ga dan, maak alle volkeren tot leerling; doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest" (Mt. 28, 19). Deze missionaire opdracht leidt ons binnen in het derde millennium en roept ons tegelijk op tot dezelfde geestdrift die de christenen van het eerste uur kenmerkte: wij kunnen vertrouwen op de kracht van de Heilige Geest zelf die op Pinksteren is uitgestort en die ons vandaag voortstuwt om verder op weg te gaan, gesteund door de hoop die "niet beschaamd wordt" (Rom. 5, 5)

Uit de apostolische brief "Novo Millennio Ineunte" van Johannes-Paulus II